Willem Noyons heeft van de gemeente Haarlemmermeer in 2018 de opdracht gekregen om de beeldengroep De Recreanten (1983) van de beeldhouwer Karel Gomes (1930-2016) te reconstrueren. Begin 2017 werd de originele beeldengroep gestolen uit het Haarlemmermeerse Bos. De beeldengroep De Recreanten bestaat uit: de vrouw met kind, het meisje en de oude man. Met behulp van verzamelde foto’s, heeft Willem Noyons samen met Albert Kramer kunnen maken. De bronzen replica’s werden op 4 juli 2019 onthuld op het bankje aan de vijver tijdens de viering van 40 jaar Haarlemmermeerse Bos.

Het is een alledaags tafereel. De vrouw met het kind maakt een praatje met de oude man. Tussen hen in zit een meisje te zonnen. Die alledaagsheid is bewust gekozen. Karel Gomes (1930-2016) wilde met ‘De Recreanten’ (1983) nadrukkelijk de functie van het Haarlemmermeerse Bos als ongedwongen ontmoetingsplaats uitbeelden. Aan beide kanten staan bankjes die voorbijgangers uitnodigen om even te gaan zitten.

Van De Recreanten waren geen mallen (gietvormen) meer. Hoe maak je dan zo’n reconstructie? “De gemeente had er gelukkig foto’s van. En op internet stuitte ik op een website van Peter en René van der Krogt die foto’s hebben gemaakt van praktisch alle standbeelden en monumenten in Nederland, ook hiervan”, vertelt Noyons. Vanzelfsprekend bestudeerde hij ook andere werken van Karel Gomes. Alleen al in Haarlemmermeer heb je van zijn hand onder andere ‘De Polderwerker’ op het Polderplein in Hoofddorp, ‘Leeghwater’ in de tuin van het Polderhuis, ook in Hoofddorp, en het Vrijheidsbeeld in Weteringbrug.

Purschuim
De reconstructie maken was een leuke, maar pittige klus, vertelt Noyons. “Samen met mijn collega Albert Kramer ben ik ongeveer een maand per beeld intensief bezig geweest.” Hij maakte daarbij dankbaar gebruik van moderne hulpmiddelen. “Er is een superhandige app, Poser, waarop je modellen kunt uitzoeken, in allerlei posities kunt neerzetten en in 3D bekijken.” Uit blokken purschuim sneed Noyons in grove lijnen de figuren, die hij daarna ging ‘fijn slijpen’. Daaromheen boetseerde hij met boetseerwas de beelden. Hiermee konden vervolgens de mallen worden gemaakt om het brons in te gieten. Dat laatste gebeurde bij gieterij Stijlaart in Tiel.