Alfabet in steen, Dom Hans van der Laan
Tags grafisch
Disciplines grafisch
Alfabet in steen, Dom Hans van der Laan
In zijn aantekeningen heeft Dom Hans van der Laan de figuren van de letters beschreven: ‘De grondfiguren van de letters zijn het vierkant en de rechthoek 3:4. Zij vormen alleen of gecombineerd een serie van 5 authentieke figuren. Verdubbeld vormen zij een serie van 5 afgeleide figuren.’
Deze authentieke en afgeleide figuren zijn gedigitaliseerd voor het eerste gewicht van het digitale Alfabet in Steen. Omdat een digitaal lettertype geen grijstinten kan bevatten, is er diagonale arcering gebruikt voor de rechthoeken – conform de schetsen van Van der Laan. De lijndikte van de figuren is fors, dit is echter essentieel voor gebruik op een kleine schaal. Het eerste gewicht vormt als het ware ‘het fundament’ voor de andere drie gewichten.
Niet alleen de figuren zijn door Van der Laan beschreven, ook de ruimtes tussen de letters zijn gedefinieerd. Deze tussenruimtes worden eveneens opgebouwd uit de grondfiguren. Welke grondfiguren dit zijn, hangt af van de vorm van de zijkanten van de aangrenzende letters: ‘De zijkanten van de letters kunnen recht, schuin of gebogen zijn.’
Het vaststellen van de ruimte tussen de letters heet kerning. In het geval van het Alfabet in Steen moeten er een kleine 3.000 waardes worden beschreven. Autobahn heeft de kerning inmiddels afgerond en toegepast op het eerste gewicht. De andere drie gewichten krijgen in een later stadium dezelfde kerning toegewezen.
Ondanks de gedetailleerde aantekeningen van Van der Laan, zijn er enkele hiaten die Autobahn zelf zal moeten invullen. Zo krijgen de letters I en J een authentiek, noch een afgeleid figuur toebedeeld. Autobahn heeft naar eigen inzicht een figuur getekend.
Wat de ruimtes tussen de letters betreft, is het niet altijd even helder of een zijkant van een letter recht, schuin of gebogen is. De rechterzijde van de C of de linkerzijde van de J zijn voorbeelden van twijfelgevallen. Het uiteindelijke woordbeeld zal de doorslag moeten geven.
Van der Laan erkent de onvolledigheid van zijn aantekeningen wanneer hij een beroep doet op het vormgevoel van de ontwerper: ‘Hier enkele maten voor de letters: sommige zijn niet erg zeker. Je moet die maten nemen als princiep van vorm en ze gewoon uit de hand teekenen.’
Hoewel Van der Laan hier tot de schriftbeeldhouwer spreekt, gaat deze opmerking natuurlijk ook op voor het digitaliseringsproces. Letters als de B, P en S zullen meer tijd in beslag nemen door hun gebogen vormen.